Zoeken

Roofs 2020-03-82 VESP zet stappen in verdere professionalisering

Interview met Geert-Jan Vogels

Sinds afgelopen zomer is Geert-Jan Vogels de nieuwe voorzitter van de branchevereniging voor EPDM-fabrikanten VESP. Na ruim een half jaar beginnen de eerste contouren van het komende beleid zichtbaar te worden, tijd voor een interview.

De branchevereniging VESP bestaat al sinds 1995 en vertegenwoordigt meer dan 90% van de EPDM-leveranciers in de Benelux. Geert-Jan Vogels is al langere tijd actief in de dakenbranche. Tot voor kort als directeur van uitvoerende bedrijven en nog steeds als directeur bij Tectum Group waar hij o.a. verantwoordelijk is voor Inkoop & Logistiek. Hij heeft de nodige bestuurlijke ervaring opgedaan bij VEBIDAK, het Pensioenfonds BIKUDAK en het Sociaal Fonds BIKUDAK. In juni 2019 volgde hij Edwin van Dijk van SealEco op, die ruim 11 jaar voorzitter was van VESP. Hij deed dat met een duidelijke visie op hoe de branche en de vereniging zich verder zouden moeten ontwikkelen.

“EPDM is al jarenlang, na bitumen, de tweede dakbedekking van Nederland en België, van de materialen die het meest op de daken worden toegepast,” vertelt Vogels. “Daar hoort een professionele brancheorganisatie bij. Het past eenvoudigweg bij de marktontwikkeling: tot nu toe heeft de VESP de rol gespeeld die hoort bij de rol van EPDM in de markt. Het is nu tijd voor de volgende stap. De branchevereniging moet een duidelijker profiel krijgen. Enerzijds in (het bewaken van) het imago van het materiaal. Daar hoort bij dat de leden voldoen aan een bepaalde kwaliteitstandaard. Ook heeft de organisatie een rol in het verspreiden van de juiste kennis over het materiaal. Anderzijds moeten we duidelijker betrokken zijn bij de ­totstandkoming van regelgeving en normering in de Benelux. Inmiddels is er, aanvullend op het vijfjarenplan voor de jaren 2020-2025, een beleidsplan gemaakt. De branchevereniging is duidelijk in ontwikkeling.”

Werkgroepen

Vogels: “De meerwaarde van een kleinere branchevereniging staat of valt bij de kwaliteit van de leden. Daarom worden aan de bij de VESP aangesloten producenten kwaliteitseisen gesteld. Natuurlijk is elk individueel lid vrij om de bedrijfsvoering naar eigen inzicht in te vullen, we zijn geen eenheidsworst. Een branchevereniging is er enkel voor om de gezamenlijke belangen te behartigen, daarbuiten zijn de leden vanzelfsprekend concurrenten. Het gezamenlijke belang is bijvoorbeeld gediend bij minimale eisen, waar een lidbedrijf aan dient te voldoen: daartoe hebben we een convenant met ‘tien geboden’ opgesteld, die alle leden hebben ondertekend. Deze moeten o.a. voorkomen dat ‘cowboys’ met minderwaardig EPDM producten de markt vervuilen. Bij die geboden hoort o.a. dat de producten die onze leden op de markt brengen aantoonbaar aan de geldende regelgeving voldoen: dus bijvoorbeeld ten minste zijn voorzien van het CE-keurmerk. Naast de kwaliteit van de producten is ook de kwaliteit van de verwerking belangrijk. We zijn daarom onder andere in gesprek met opleidingsinstituut Tectum. We willen meer betrokken worden bij de opleiding van verwerkers van EPDM.”

Daarnaast is het profiel van de vereniging voor de buiten­wereld een aandachtspunt. “De afgelopen periode is veel energie gestoken in de opzet van diverse werkgroepen,” vertelt Vogels. “Zo is er een werkgroep actief die de public relations verzorgt. Daarmee willen we het materiaal EPDM meer op de kaart zetten dan al het geval is. Belangrijk nevendoel is het verspreiden van kennis over het materiaal. Er leven nog steeds misconcepties en vooroordelen in de markt, veelal op basis van informatie die al dertig jaar is verouderd. De website wordt in die zin vernieuwd, op korte termijn zal de site veel informatie over EPDM bevatten. Op deze manier bouwen we verder aan een imago van een betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig materiaal, waar de meest uiteenlopende typen daken (en gevels!) waterdicht mee kunnen worden uitgevoerd.”

“Verder hebben we een technische commissie die zich bezighoudt met de ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en normering. Iedere productgroep doet zijn best om de eigen USP’s zo veel mogelijk onder de aandacht te brengen. Bij ons zijn dat o.a. de brandveilige verwerking en de milieutechnische voordelen: EPDM heeft een zeer lange levensduur en is volledig recyclebaar. Momenteel zijn wij bezig door SKZ een vervolgonderzoek uit te laten voeren op een eerder onderzoek naar de levensduurverwachting van EPDM. Op korte termijn zullen we naar buiten treden met de resultaten daarvan.”

Markontwikkelingen

“De markt ontwikkelt zich op een voor EPDM gunstige manier,” aldus Vogels. “Een gunstige ontwikkeling daarbij is de groei van de prefab markt: ook dakconstructies worden steeds vaker volledig geproduceerd onder geconditioneerde omstandigheden. Hierdoor verloopt het bouwproces sneller, beter en efficiënter. Onder deze omstandigheden is in veel gevallen de toepassing van de EPDM membraan een goede oplossing: je hoeft dan geen naden te lassen en de membranen worden zonder gebruik van open vuur bevestigd (verlijmd of mechanisch bevestigd).”

“Een andere gunstige ontwikkeling is de opkomst van multi­functionele daken. Zoals bekend wordt EPDM ook in vijvers toegepast, een duidelijk bewijs dat het met de waterdichting van deze daken met dit materiaal wel goed zit. We zien ook dat in deze gevallen steeds vaker wordt gekozen voor ons materiaal. In alle gevallen zorgt compartimentering voor extra zekerheid: mocht er, om wat voor reden dan ook,
toch lekkage ontstaan, is op deze manier te voorkomen dat de volledige dakopbouw moet worden verwijderd om het lek te vinden. De groeiende aandacht voor duurzaamheid en recyclebaarheid van gebruikte materialen bij daken is een volgende belangrijke ontwikkeling, die de groei van het aantal EPDM daken stimuleert.”

Vanwege deze factoren ziet Vogels de toekomst van EPDM positief in. “Daarom is het belangrijk dat VESP als branchevereniging stappen zet. De vereniging moet de ontwikkeling van het materiaal en de groei van het marktaandeel in de Benelux volgen. De organisatie staat nu, de plannen zijn er en met het enthousiasme van de leden zit het ook wel goed. Samen kunnen we de taart nog groter maken.”